Statuten
NAAM EN ZETEL
Artikel 1
De vereniging draagt de naam Pauluskoor.
Zij is gevestigd te Vlaardingen en is opgericht op 27 augustus 2015.
DOEL
Artikel 2
1. De vereniging stelt zich ten doel de beoefening van de zang in het algemeen, eventueel met instrumentale begeleiding.
2. De vereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door:
a. het houden van repetities;
b. het geven van concerten en uitvoeringen;
c. het medewerking verlenen aan kerkdiensten en bijeenkomsten;
d. het deelnemen aan en/of organiseren van evenementen op muzikaal gebied, zoals concoursen etcetera;
e. alle andere wettige middelen die aan het doel bevorderlijk kunnen zijn voor de ontwikkeling en instandhouding van de vereniging.
LEDEN EN ERELEDEN
Artikel 3
1. Leden van de vereniging kunnen zijn zij die de zestienjarige leeftijd hebben bereikt.
2. Het bestuur houdt een register bij waarin de namen en adressen van alle leden zijn opgenomen.
3. Alleen leden zijn leden in de zin der wet.
4. Ereleden zijn leden die door de algemene vergadering zijn benoemd op grond van de omstandigheid dat zij zich jegens de vereniging bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt.
5. Ereleden hebben geen andere rechten en verplichtingen dan die welke hen bij of krachtens de statuten zijn toegekend en opgelegd.
ASPIRANT LEDEN EN BEGUNSTIGERS
Artikel 4
1. Aspirant leden zijn zij die aan de activiteiten van de vereniging deelnemen, maar nog niet de zestienjarige leeftijd hebben bereikt.
2. Begunstigers zijn zij die zich bereid verklaard hebben de vereniging financieel te steunen met een door de algemene vergadering vast te stellen minimum bijdrage.
3. Aspirant leden en begunstigers hebben geen andere rechten en verplichtingen dan die welke hun bij of krachtens de statuten zijn toegekend en opgelegd.
TOELATING
Artikel 5
1. Een ieder die zich wil onderwerpen aan de statuten en reglementen der vereniging en die voldoet aan de door het bestuur te stellen zangkwaliteiten wordt als (aspirant) lid toegelaten.
2. Minderjarigen behoeven voor toetreding schriftelijke toestemming van hun wettelijke vertegenwoordiger.
3. Bij niet-toelating als (aspirant) lid kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten. 2
EINDE VAN HET (ASPIRANT) LIDMAATSCHAP
Artikel 6
1. Het (aspirant) lidmaatschap eindigt:
a. door overlijden van het (aspirant) lid;
b. door opzegging door het (aspirant) lid;
c. door opzegging namens de vereniging. Deze kan geschieden wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap, bij de statuten gesteld, te voldoen, wanneer hij zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt, alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
d. door ontzetting. Deze kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten der vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
2. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur.
3. Opzegging van het lidmaatschap door het lid of de vereniging kan slechts schriftelijk geschieden, met inachtneming van een opzeggingstermijn van twee weken.
4. Een lid is niet bevoegd door opzegging van zijn lidmaatschap een besluit waarbij de verplichtingen van de leden van geldelijke aard zijn verzwaard, te zijnen opzichte uit te sluiten.
5. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur.
6. Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de vereniging op grond dat redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren en van een besluit tot ontzetting uit het lidmaatschap staat de betrokkene binnen een maand na de ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open op de algemene vergadering. Hij wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit met opgave van redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
7. Wanneer het (aspirant-) lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar eindigt, blijft desalniettemin de bijdrage voor de lopende maand verschuldigd.
CONTRIBUTIE
Artikel 7
1. De leden, de aspirant leden en de begunstigers zijn gehouden tot het betalen van een contributie, die door de algemene vergadering zal worden vastgesteld. Bij die vaststelling kan onderscheid worden gemaakt naar leeftijd, echtparen, gezinsleden, woonplaats of andere omstandigheden.
2. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van de contributie te verlenen.
RECHTEN VAN DE ERELEDEN, ASPIRANT LEDEN EN BEGUNSTIGERS
Artikel 8
Behalve de overige rechten die aan ereleden, aspirant leden en begunstigers bij of krachtens deze statuten worden toegekend, hebben zij het recht de door de vereniging georganiseerde uitvoeringen en andere evenementen bij te wonen.
BESTUUR
Artikel 9
1. Het bestuur bestaat uit ten minste drie en ten hoogste negen meerderjarige personen, die door de algemene vergadering worden benoemd. De benoeming geschiedt uit de leden. 3
2. De benoeming van de bestuursleden geschiedt uit één of meer bindende voordrachten. Tot het opmaken van zulk een voordracht zijn bevoegd zowel het bestuur als vijf leden.
De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de vergadering medegedeeld. Een voordracht door vijf leden of meer leden moet voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij het bestuur worden ingediend.
3. Indien er meer dan één bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit die voordrachten.
4. De dirigent is ex officio lid van het bestuur.
EINDE BESTUURSLIDMAATSCHAP, PERIODIEK AFTREDEN, SCHORSING
Artikel 10
1. Elk bestuurslid, ook wanneer hij voor een bepaalde tijd is benoemd, kan te allen tijde door de algemene vergadering worden ontslagen of geschorst. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
2. Elk bestuurslid treedt uiterlijk 3 jaar na zijn benoeming periodiek af, volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreden. De aftredende is herkiesbaar; wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster de plaats van zijn voorganger in. Deze bepaling geldt niet voor het ex officio bestuurslid.
3. Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts:
a. door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging;
b. door te bedanken.
BESTUURSFUNCTIES, BESLUITVORMING VAN HET BESTUUR
Artikel 11
1. De voorzitter wordt in functie door de algemene ledenvergadering gekozen.
Het bestuur wijst uit zijn midden een secretaris en een penningmeester aan. Het kan voor elk hunner uit zijn midden een vervanger aanwijzen. Een bestuurslid kan meer dan één functie bekleden.
2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een notulist notulen opgemaakt die door het bestuur worden vastgesteld.
3. Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere regelen aangaande de vergaderingen van en de besluitvorming door het bestuur worden gegeven.
4. In afwijking van de wettelijke regel is het oordeel van de voorzitter omtrent totstandkoming en inhoud van een besluit hier niet beslissend.
BESTUURSTAAK, VERTEGENWOORDIGING
Artikel 12
1. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de vereniging.
2. Indien het aantal bestuursleden beneden drie is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene vergadering te beleggen waarin de voorziening in de open plaats of de open plaatsen aan de orde komt.
3. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies die door het bestuur worden benoemd.
4. Het bestuur is, mits de algemene vergadering dit goedkeurt, bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen.
Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door of tegen derden een beroep worden gedaan. 4
5. Onverminderd het in het vorige lid bepaalde wordt de vereniging in en buiten rechte vertegenwoordigd door het bestuur of door de voorzitter, samen met de secretaris, of bij diens ontstentenis de penningmeester.
JAARVERSLAG, REKENING EN VERANTWOORDING
Artikel 13
1. Het verenigingsjaar loopt van een januari tot en met eenendertig december daaraanvolgend.
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanige aantekeningen te houden, dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
3. Het bestuur brengt op een algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering, zijn jaarverslag uit en doet, onder overlegging van een balans en een staat van baten en lasten, rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur. Na verloop van de termijn kan ieder lid bij niet nakoming deze rekening en verantwoording in rechte van het bestuur vorderen.
4. De algemene vergadering benoemt jaarlijks uit de leden een commissie van tenminste twee personen, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. De commissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het bestuur en brengt aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit.
5. Vereist het onderzoek van de rekening en verantwoording bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan de commissie van onderzoek zich na overleg met het bestuur door een deskundige doen bijstaan. Het bestuur is verplicht aan de commissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te vertonen en inzage van de boeken en bescheiden der vereniging te geven.
6. De last van de commissie kan te allen tijde door de algemene vergadering worden herroepen, doch slechts door de benoeming van een andere commissie.
7. Het bestuur is verplicht de bescheiden, bedoeld in de leden 2 en 3, vijf jaar lang te bewaren.
ALGEMENE VERGADERING
Artikel 14
1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen.
2. Jaarlijks, uiterlijk binnen zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, wordt een algemene vergadering, de jaarvergadering gehouden. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde:
a. het jaarverslag en de rekening en verantwoording bedoeld in artikel 13 met het verslag van de aldaar bedoelde commissie;
b. de benoeming van de in artikel 13 genoemde commissie voor het volgende verenigingsjaar;
c. voorziening in eventuele vacatures;
d. voorstellen van het bestuur of de leden, aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering.
3. Andere algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dit wenselijk oordeelt.
4. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van tenminste vijf leden verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. 5
TOEGANG EN STEMRECHT
Artikel 15
1. Toegang tot de algemene vergadering hebben alle leden van de vereniging, alle ereleden, alle aspirant leden en alle begunstigers.
Geen toegang hebben geschorste leden en geschorste bestuursleden.
2. Over toelating van andere dan de in lid 1 bedoelde personen beslist de algemene vergadering.
3. Ieder lid van de vereniging dat niet geschorst is, heeft één stem.
4. Een lid kan zijn stem door een schriftelijk daartoe gemachtigd ander lid uitbrengen.
VOORZITTERSCHAP, NOTULEN
Artikel 16
1. De algemene vergaderingen worden geleid door de voorzitter of zijn plaatsvervanger.
Ontbreken de voorzitter en zijn plaatsvervanger, dan treedt één der andere door het bestuur aan te wijzen bestuursleden als voorzitter op.
Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelve.
2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander door de voorzitter daartoe aangewezen persoon notulen gemaakt, die door de eerstvolgende ledenvergadering goedgekeurd en vastgesteld worden.
BESLUITVORMING VAN DE ALGEMENE VERGADERING
Artikel 17
1. Het ter algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter dat door de vergadering een besluit is genomen, is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voorzover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in het eerste lid bedoeld oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
3. Voorzover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten van de algemene vergadering genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.
4. Blanco stemmen en ongeldige stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
5. Over personen wordt schriftelijk, over zaken mondeling gestemd, tenzij de voorzitter of de algemene vergadering anders verlangt. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde hoofdelijke stemming verlangt.
6. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, vindt een tweede stemming plaats tussen de voorgedragen kandidaten.
Heeft alsdan weer niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan vindt herstemming plaats tussen de twee personen die de meeste stemmen op zich verenigden.
Indien de stemmen staken, beslist het lot wie van beiden is gekozen.
7. Indien de stemmen staken over een voorstel niet rakende verkiezing van personen, is het verworpen. 6
8. Zolang in een algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen – dus mede een voorstel tot statutenwijziging of tot ontbinding – ook al heeft geen oproeping plaatsgehad of is deze niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van vergaderingen of een daarmee verband houdende formaliteit niet in acht genomen.
BIJEENROEPING ALGEMENE VERGADERING
Artikel 18
1. De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur. De oproeping geschiedt per email aan de emailadressen of schriftelijk aan de postadressen van de leden volgens het ledenregister bedoeld in artikel 3. De termijn voor de oproeping bedraagt tenminste zeven dagen.
2. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, onverminderd het bepaalde in artikel 19.
STATUTENWIJZIGING
Artikel 20
1. In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden aangebracht dan door een besluit van een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijzigingen van de statuten zullen worden voorgesteld.
2. Zij, die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten tenminste vijf dagen voor de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, per email of post aan de leden toezenden.
3. Een besluit tot statutenwijziging behoeft tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin tenminste twee/derde van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is. Is niet twee/derde van de leden aanwezig of vertegenwoordigd, dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee, doch binnen vier weken daarna. In deze vergadering kan over het wijzigingsvoorstel, zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, rechtsgeldig worden besloten met een meerderheid van tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal aanwezige leden.
4. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid bevoegd.
ONTBINDING
Artikel 20
1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering. Het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van het voorgaande artikel is van overeenkomstige toepassing.
2. Over de bestemming van het batig saldo na vereffening wordt door de algemene vergadering beslist, eveneens met inachtneming van de leden 1, 2 en 3 van artikel 19.
HUISHOUDELIJK REGLEMENT
Artikel 21
1. De algemene vergadering kan een huishoudelijk reglement vaststellen.
2. Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wet, noch met de statuten